Schriftelijke vraag betreffende artikel 253 van het BWRO.
- Indiener(s)
- Marie Nagy
- aan
- Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 161)
Datum ontvangst: 18/05/2020 | Datum publicatie: 22/06/2020 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 19/06/2020 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
05/06/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Artikel 253 van het BWRO stelt het volgende: § 1. De Regie maakt een globale inventaris op van de op het Brussels Hoofdstedelijk Grondgebied gelegen niet-uitgebate bedrijfsruimten en houdt die inventaris bij. De Regering stelt de vorm van de inventaris van de niet uitgebate bedrijfsruimten vast en bepaalt de vermeldingen die erin moeten voorkomen. § 2. De Regie opent de procedure tot opname in de inventaris van de niet-uitgebate bedrijfsruimten: 1° op voorstel van de gemeente waarin het goed gelegen is; 2° of op eigen initiatief. § 3. De Regering stelt de modaliteiten van de opname in de inventaris van de niet-uitgebate bedrijfsruimten vast, evenals die van de raadpleging van de informatie die erin is opgenomen. Graag een antwoord op volgende vragen: - Wordt dit artikel werkelijk gevolgd? - Werden uitvoeringsbesluiten genomen? - Stelt het Gewest een dergelijke inventaris op? Kan hij worden geraadpleegd? - Welke Regie neemt ruimtes op in de inventaris? - Welk beleid voert het Gewest ter bestrijding van niet gebruikte ruimtes? |
Antwoord | Aangezien deze aangelegenheid behoort tot de bevoegdheden van de Minister-President, verwijs ik u naar hem door. |