Schriftelijke vraag betreffende de kosten van parlementaire vragen
- Indiener(s)
- Geoffroy Coomans de Brachène
- aan
- Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 385)
Datum ontvangst: 29/09/2021 | Datum publicatie: 16/11/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 03/11/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
04/10/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Parlementaire controle is een van de pijlers van de rechtsstaat. De leden van het Brussels Parlement stellen dan ook regelmatig vragen aan de leden van uw regering over diverse en uiteenlopende onderwerpen. Daarover zou ik u de volgende vragen willen stellen:
|
Antwoord | In antwoord op uw schriftelijke vraag, kan ik u het volgende meedelen. De antwoorden op parlementaire vragen worden, al dan niet in samenspraak met de betrokken administratie, door verschillende medewerkers op het kabinet opgesteld, nagelezen, vertaald etc, rekening houdend met de thematieken die ze behandelen. Dit is dus een collectief werk, afhankelijk van het aantal vragen en de inhoud van de vragen, waardoor het niet mogelijk is dit mankracht en werkuren uit te drukken. Navraag leert ons dat bij de verschillende instellingen, waarvoor ik bevoegd ben, 1 à 2 VTE, afhankelijk dus van de techniciteit, zich bezighouden met het opstellen van elementen van antwoord. De antwoordtijd voor schriftelijke vragen wordt, zoals u allicht weet, bepaald volgens het reglement van het parlement. De antwoordtijden voor mondelinge vragen, vragen om uitleg en interpellaties zijn afhankelijk van het tijdstip van agendering in de commissie waaraan de vragen zijn toegewezen. |