Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de sociale woningen gelegen in de Hoogstraat

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 846)

 
Datum ontvangst: 24/01/2022 Datum publicatie: 23/03/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 23/03/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/02/2022 Mondelinge vraag omgevormd tot schriftelijke vraag p.m.
21/02/2022 Ontvankelijk p.m.
23/03/2022 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Het is voor de staatssecretaris noch voor niemand een geheim dat een groot deel van onze sociale woningen in een vergevorderde staat van verval verkeert. Volgens sommige waarnemers zijn er nog steeds te veel Brusselse sociale woningen die niet eens voldoen aan de normen van de huisvestingscode die in Brussel van kracht is.  Volgens De Brusselse Woning die deze gebouwen beheert, wordt de Hoogstraat zelfs als het slechtste voorbeeld beschouwd.
De gebouwen met sociale woningen in deze straat zijn oude betonnen gebouwen uit 1958, die nooit een grote renovatie hebben ondergaan, alleen maar onderhoud. Volgens een persartikel dat de RTBF op 11 januari publiceerde zijn de raamkozijnen rot, is er op grote schaal vocht en zijn de sanitaire voorzieningen zo ontoereikend dat sommige huurders geen andere keuze hebben dan zich alleen bij de gootsteen te wassen. De isolatie is ook rampzalig en de boilers gaan regelmatig stuk.

Volgens het persartikel zijn er momenteel 24 mutatiedossiers lopend. De Brusselse Woning is een haalbaarheidsstudie gestart, waarvan de resultaten in 2023 beschikbaar zullen zijn.

Ik zou u daarom willen vragen, mevrouw de staatssecretaris:

Bestaat er een inventaris van vervallen woningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Zo ja, kunt u ons vertellen wat de resultaten zijn? 

Wat is het gemiddelde aantal kilowatt per vierkante meter dat woningen van openbare maatschappijen verbruiken op het geheel van de OVM-woningen?

Welke oplossingen zijn er voor huurders in afwachting van renovatie of sloop? 

In hoeverre worden de andere OVM’s ondersteund bij het uitvoeren van de andere sloop-heropbouwplannen?

Voorzien de sloop- en heropbouwplannen van alle OVM’s in de recyclage van bouwmaterialen? Zo ja, welk percentage van de materialen kan gerecycleerd worden? 
 
 
Antwoord    De BGHM heeft een technisch woningkadaster ontwikkeld dat de gebouwen en woningen rangschikt volgens bepaalde kenmerken zoals typologie, comfort (bijvoorbeeld dubbele beglazing, de productie van verwarming en warm water, enz.) en volgens de componenten, d.w.z. de staat van de samenstellende delen van de panden (staat van de ramen, daken, enz.).

Dit kadaster zorgt voor een “diagnose” van de woning, waardoor de renovatiebehoeften kunnen worden vastgesteld en een vijfjareninvesteringsplan kan worden opgesteld. Bovendien gaat het om een instrument waarmee de OVM's hun investeringsstrategie op middellange en lange termijn kunnen uitwerken.

Wat uw vraag over het aantal kilowatt per vierkante meter in de sociale woningen betreft, vindt u in bijlage tabellen van de BGHM met het aantal gecertificeerde woningen en hun energieklassen.


Wat uw vragen over renovaties/afbraken betreft
, moet u weten dat het slopen van woningen in de sociale huisvestingssector een uitzondering blijft, met name om de omvang van de werken en de daaruit voortvloeiende energetische voetafdruk zo klein mogelijk te houden.

Gevallen waarbij een gebouw wordt afgebroken en heropgebouwd kunnen zich voordoen bij gebouwen waarvan de structuren redelijkerwijs niet meer in overeenstemming kunnen worden gebracht met de stabiliteits- of brandnormen. Een voorbeeld hiervan is de afbraak en wederopbouw van drie gebouwen met 22 appartementen uit de jaren dertig in Schaarbeek, ten gevolge van een verzakking.

Er moet worden opgemerkt dat
de huurders hun woningen blijven bewonen zolang de renovatiewerkzaamheden nog niet zijn gestart. Uiteraard moeten deze woningen in overeenstemming blijven met de Brusselse huisvestingscode.

Wat de bouwmaterialen betreft, voorzien de typebestekken van de BGHM in het gebruik van recycleerbare materialen bij renovaties en moedigen zij dit aan, hoewel het percentage gebruikte recycleerbare materialen afhangt van elk project.


Er wordt echter gepleit voor een sobere aanpak van renovaties zodat het afval tot een minimum kan worden beperkt en de terugwinning van materialen kan worden bevorderd. Afvalsortering is dus zeer belangrijk.

Bovendien moet worden opgemerkt dat er voor al deze materies
opleidingen worden aangeboden aan de personeelsleden van de BGHM en de OVM’s en dat er ondersteuning wordt geregeld door Leefmilieu Brussel.

Tot slot is er onlangs een symbolisch project van start gegaan waarbij 160 woningen in Elsene worden gerenoveerd en waarbij ook gebruik gemaakt wordt van het aspect “recycleerbaarheid”.